| |
 | Orde | : | Uilen (Strigiformes) |  | Familie | : | Uilen (Strigidae) |  | Lengte | : | 37 tot 43 cm |  | Geluid | : | |  | Spanwijdte | : | 80 tot 95 cm |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Ongeveer 5.000 |  | Toename of afname | : | Lichte afname | |
|
Kenmerken | De bovenzijde is grijsbruin tot roodbruin van kleur |  |
Op de bovenzijde bevinden zich lichte en donkere vlekken en strepen |  |
De onderzijde is lichter van kleur en getekend met donkere vlekken |  |
De kop is groot en rond |  |
De zwarte ogen bevinden zich aan de voorkant van de kop |  |
Om de ogen bevindt zich een ring van veertjes |
| | |  |
Omschrijving
De bosuil heeft een bruin verenkleed met witte vlekken en strepen. Met name een rij witte vlekken op de schouder is opvallend. De bosuil is een gedrongen uil met een grote ronde kop die goed van andere uilen te onderscheiden is door de donkere ogen. Het voedsel bestaat voornamelijk uit muizen, maar ook andere kleine zoogdieren en vogels worden gegeten. De bosuil jaagt vrijwel alleen in de schemering en 's nachts, overdag houdt de vogel zich schuil in de top van een boom. De zang klinkt als hoe, hoehoehoe en is goed te herkennen.
Het nest wordt oorspronkelijk alleen in loofbossen gebouwd, maar tegenwoordig broedt de vogel ook in parken en tuinen midden in de stad. In de broedperiode reageert de bosuil vaak erg agressief op iedere verstoring van het nest.
|