| |
 | Orde | : | Eendvogels (Anseriformes) |  | Familie | : | Eenden (Anatidae) |  | Lengte | : | 58 tot 68 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Geen | |
|
Kenmerken | De kop van het mannetje is zwartgroen van kleur |  |
Het vrouwtje heeft een bruine kop |  |
De borst is bij beide geslachten wit en duidelijk gescheiden van de gekleurde kop |  |
De flanken en de buik van het mannetje zijn wit |  |
De veren op het achterhoofd van het vrouwtje staan enigszins overeind |
| | |  |
Omschrijving
Hoewel het mannetje van de grote zaagbek een goed te herkennen vogel is, lijkt het vrouwtje sterk op het vrouwtje van de middelste zaagbek. In tegenstelling tot de middelste zaagbek is de borst echter helder wit en duidelijk gescheiden van de bruine kop.
Het voedsel van de grote zaagbek bestaat voornamelijk uit vis. De snavel van de grote zaagbek is voorzien van een rij kleine tandjes, waardoor gevangen vis niet gemakkelijk meer kan ontsnappen. De grote zaagbek is een zee-eend die vooral in de winter in Nederland aan te treffen is. De vogel is dan vooral te vinden op de grotere binnenwateren en riviermondingen. Broeden doet de vogel verder naar het noorden, vooral langs oevers van visrijke meren en rivieren met helder water.
|