| |
 | Orde | : | Zangvogels (Passeriformes) |  | Familie | : | Klauwieren (Laniidae) |  | Lengte | : | 19 tot 21 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Geen | |
|
Kenmerken | De bovenzijde is grijs van kleur |  |
De onderzijde is beige |  |
Er is een zwarte oogstreep aanwezig welke doorloopt tot het voorhoofd |  |
De snavel heeft een haakvormige punt |  |
De staart is zwart, met witte zijden |  |
De vleugel is zwart, maar met een wit veld |  |
Het vrouwtje is minder helder gekleurd |
| | |  |
Omschrijving
De kleine klapekster lijkt sterk op de klapekster, maar is beduidend kleiner. Ook bevat het voorhoofd van de klapekster minder zwart en zijn de staart en de snavel minder lang. Het voedsel van de kleine klapekster bestaat uit insecten en een enkele muis, die door de vogel vastgespietst worden op scherpe doorns. De vogel jaagt regelmatig vanaf een hoge uitkijkpost.
De kleine klapekster was vroeger in Nederland een zeer zeldzame broedvogel, maar komt tegenwoordig alleen nog als dwaalgast naar Nederland. In tegenstelling tot de klapekster die ook in Nederland overwintert, trekt de kleine klapekster 's winters naar Zuid-Afrika.
|