| |
 | Orde | : | Kraanvogelachtigen (Gruiformes) |  | Familie | : | Rallen (Rallidae) |  | Lengte | : | 22 tot 25 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Hooguit 200 |  | Toename of afname | : | Sterke afname |  | Bijzonderheden | : | De kwartelkoning staat op de rode lijst. | |
|
Kenmerken | De bovenzijde is grijsbruin en bedekt met donkere vlekken |  |
De hals is grijs van kleur |  |
De vleugeldekveren zijn lang |  |
De poten zijn lang |
| | |  |
Omschrijving
Hoewel de kwartelkoning in eerste instantie doet denken aan een hoender, behoort de vogel tot de familie van de rallen. De poten zijn dan ook lang en net als bij andere rallen zijn de kuikens geheel zwart gekleurd. De kwartelkoning is een slechte vlieger, waarbij in de vlucht de hangende poten opvallen. In de baltstijd laat het mannetje in de schemering en 's nachts een kenmerkende roep horen die klinkt als kreks, kreks. Deze twee lettergrepen worden voortdurend herhaald en zijn tot op grote afstand te horen.
De kwartelkoning broedt in Nederland vooral in vochtige graslanden zoals uiterwaarden, maar is sterk in aantal achteruit gegaan. In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw werden minder dan honderd broedparen geteld, zodat voor het uitsterven van de vogel in Nederland werd gevreesd. Door intensief beleid is het aantal broedparen de laatste jaren weer gestegen tot ongeveer 500. In augustus verlaat de vogel het broedgebied, om te overwinteren in Afrika.
|