| |
 | Orde | : | Duifachtigen (Columbiformes) |  | Familie | : | Duiven (Columbidae) |  | Lengte | : | 29 tot 35 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Geen | |
|
Kenmerken | Het verenkleed is lichtgrijs van kleur |  |
De kop en de hals zijn donkergrijs |  |
Er zijn twee zwarte vleugelstrepen aanwezig |  |
De zijden van de hals zijn glanzend groen en paars |  |
De staart is donkergrijs met een zwarte eindband |  |
De snavel is donker met een witte vlezige washuid rond de neusgaten |
| | |  |
Omschrijving
De rotsduif is het best te herkennen aan de twee donkere vleugelstrepen. In de vlucht valt de donkergrijze staart met de zwarte eindband en de witte ondervleugel op.
Rotsduiven broeden voornamelijk in bergachtige gebieden rond het Middellandse-Zeegebied, waar het nest wordt gebouwd in een ondiepe rotsspleet. De vrouwtjes bezetten vaak jaren achter elkaar hetzelfde territorium en kiezen doorgaans dezelfde partner. De rotsduif is de stamvorm van de stadsduif en de postduif, de tamme duiven die tegenwoordig in veel steden aangetroffen worden. Deze duiven hebben doorgaans een zeer variabel verenkleed.
|