| |
 | Orde | : | Zangvogels (Passeriformes) |  | Familie | : | Zangers (Sylviidae) |  | Lengte | : | 9 tot 10 cm |  | Geluid | : | |  | Biotoop | : | |  | Periode | : | |  | Aantal broedparen | : | Ruim 5.000 |  | Toename of afname | : | Lichte afname | |
|
Kenmerken | De bovenzijde is olijfgroen van kleur |  |
De onderzijde is vaalwit |  |
Op de vleugels bevindt zich een witte streep |  |
Er is een zwarte oogstreep aanwezig |  |
Boven het oog bevindt zich een witte wenkbrauwstreep |  |
Onder het oog bevindt zich een korte, witte streep |  |
Midden over de kop loopt een oranje-gele streep. |
| | |  |
Omschrijving
De vuurgoudhaan lijkt erg op de goudhaan en is nauwelijks groter. De kenmerkende koptekening verschilt echter duidelijk, in tegenstelling tot de goudhaan heeft de vuurgoudhaan een zwarte oogstreep en witte strepen boven en onder het oog. De kruinstreep is bij het mannetje soms erg breed en bevat bij het mannetje ook oranje veren. De oranje veren zijn meestal bedekt door de gele veren en dan alleen zichtbaar als de vogel deze veren opzet. De zang bestaat uit een serie hoge tonen, die elkaar steeds sneller opvolgen, terwijl de toonhoogte steeds verder toeneemt.
Doordat de vuurgoudhaan erg klein is, verbruikt de vogel veel energie om warm te blijven, dit is de reden dat 's winters veel vuurgoudhanen overlijden als gevolg van kou en voedselgebrek. Het nest bestaat uit mos en spinrag en wordt door het mannetje alleen gebouwd. In de winter trekken de meeste vuurgoudhanen naar Zuid-Europa, maar er blijven ook vogels in Nederland achter.
|